Het is de tiende van de maand en dus zijn we weer een maand langer onderweg. Vandaag staat de teller op zeven maanden, wat bést heel lang is. Wat ik de afgelopen tijd heb gedaan? Dat lees je hier!
Twee weken Sri Lanka
In mijn vorige update was ik net aangekomen in Sri Lanka, mijn eerste bestemming binnen Azië. Althans, van deze reis dan. Ik reisde 2,5 week met mijn ouders rond, nadat ik ze een half jaar niet had gezien. Dat was best heel gezellig en ik vond het te gek om na een aantal jaar weer terug in Azië te zijn. Een cultuurshock had ik wel: het merendeel van Azië is vies in vergelijking met Midden- en Zuid-Amerika. Bovendien is Sri Lanka een stuk minder modern en dat was even wennen. Maar eigenlijk alleen maar leuk, want het was tof om weer in een compleet andere wereld te zijn.
Sri Lanka was overigens fantastisch. Wát een mooi land is dat én wat zijn de mensen toch lief. We maakten twee safari’s, waarbij we ontzettend veel olifanten spotten. We zagen theeplantages, stapten op de mooiste treinreis ter wereld, maakten mooie hikes, sloegen de bloedzuigers van ons af en aten de lekkerste curry’s (wat echt een ver-a-de-ming is na bonen en rijst). Maar we deden meer: we zagen tempels, maakten per fiets wat kilometers, ontspanden aan het strand en bezochten een Nederlands fort. Helemaal leuk dus.
Ruim twee weken Japan
Nadat ik mijn ouders gedag zei in Sri Lanka, vervolgde ik de reis met Japan. En dat is echt een droom. Hoewel ik al wel plannen maakte om binnenkort naar Japan te gaan, had ik niet verwacht dat dat zo snel zou zijn. Ik werd uitgenodigd door de toerisme-afdeling van de Japanse overheid om het noorden van het hoofdeiland te ontdekken om dit vervolgens te promoten. Deze regio is best onbekend en wordt daarom vaak overgeslagen.
Maar jeetje, dit was zó gaaf. Het is hier dus hartje herfst (maar zonder regen) en ik heb nog nooit zulke mooie herfstkleuren gezien. Alsof ik in een sprookjeswereld ben beland. We gingen vier dagen naar het noorden van het eiland, waarbij we de natuur in trokken en onsens bekeken. Een onsen is een natuurlijke hotspring en zeer belangrijk in de Japanse cultuur. Men komt van heinde en verre om te badderen in een onsen. Elk bad heeft een andere helende werking. Ik heb nog nooit zo vaak in hotsprings gelegen, maar het was best heel chill. Hard werken hoor.
Na deze prachtige regio, ging de reis in mijn eentje door. Ik verbleef ongeveer een week in Tokyo en dat was ook fantastisch. Wat een giga-gantische (ik verklaar dit tot een normaal woord) stad is dat. Om van de ene kant naar de andere kant te komen, ben je zo’n drie kwartier met het openbaar vervoer onderweg. Niet normaal. In Tokyo bekeek ik meisjes in gekke kostuums, zag ik tempels, bezocht ik musea, at ik héél veel ramen (nee, niet die je in huis hebt, maar de noedels in soep) en bekeek ik knipperende neonlichten.
Tokyo wilde ik helemaal niet verlaten (hier kun je eeuwig blijven), maar ik kon Kyoto natuurlijk niet overslaan. En dus verbleef ik nog een kleine week in Kyoto. Ook weer helemaal fijn, met oneindig veel tempels en paleizen, mooie herfstkleuren, prachtige wandelingen en eeuwenoude huisjes. Het contrast tussen modern en oud kan dan ook niet groter zijn.
1 dag Bali
Kyoto was ook meteen mijn laatste bestemming binnen Japan en vanaf de grote stad Osaka pakte ik het vliegtuig naar Bali. Waarom Bali? Ik zou hier eigenlijk naartoe gaan om vier tot zes weken aan verschillende projecten te werken. Ik was op zoek naar een fijne plek in Azië met goed internet en een digital nomad vibe, en dus kom je al snel uit op Bali. Maar nadat ik het ticket had geboekt, had ik eigenlijk wel zin om naar huis te gaan. Naar de kou, mijn dekentje, de mensen, mijn bank en naar mijn rijstwafels. Maar ik wil ook gewoon kerst thuis vieren (naja, ik ga met kerst op vakantie dus eigenlijk niet thuis). Het ticket was eind november behoorlijk goedkoop in vergelijking met de andere data én de vliegtijden waren beter, dus kom ik ineens een maand eerder thuis dan gepland. Daarom ben ik ook maar elf dagen op Bali. Best kort, maar genoeg om vol te ontspannen, lekker te eten, wat rijstvelden te bekijken en misschien toch al een begin maken aan één van de projecten.
Dit betekent: nog maar héél even en dan ben ik thuis. Over twee weken staat mijn laatste update online. JOE!