Laatste update: 10 mei 2023.
Ben je dol op reizen en wil je graag weten hoe je in de toekomst mooiere foto’s kunt maken? Al jaren reis ik met mijn camera en drone de hele wereld rond, waarbij ik dagelijks veel foto’s schiet en bewerk. Hoewel ik mezelf niet beschouw als een professionele fotograaf, weet ik inmiddels wel hoe ik mooie plaatjes schiet op vakantie en wat creatieve hoeken zijn. Om je een handje te helpen, vind je hier 13 handige tips om jouw reisfotografie te verbeteren.


Reisfotografie: tips om jouw foto’s te verbeteren op vakantie
Fotografeer tijdens golden hour
Het mooiste licht heb je tijdens golden hour, zo vlak na de zonsopgang en vlak voor de zonsondergang. Dit zijn dus de ideale momenten om te fotograferen, zeker als je landschappen wilt fotograferen of portretten wilt schieten. Tijdens golden hour in de avond, dus net voor de zonsondergang, heb je echter de kans dat het erg druk is op straat. Tijdens golden hour in de ochtend is het daarentegen meestal nog rustig. Mijn voorkeur gaat daarom altijd uit naar de vroege ochtenden, zodat het op de mooiste plekken nog lekker stil is. Fotografeer je toch midden op de dag? Fotografeer dan het liefst met de zon in je rug. Tegen de zon in fotograferen levert meestal geen mooie beelden op.
Tip! Je kunt ook allerlei apps gebruiken om te zien wanneer de zon precies opkomt en ondergaat, maar ook wanneer het precies golden hour is. Je kan bijvoorbeeld de app Clear Outside gebruiken hiervoor.


Schiet in RAW
Een van de beste tips die ik je voor reisfotografie kan geven is om altijd je foto’s in RAW te schieten. Dit betekent letterlijk dat je ruwe data schiet, terwijl JPEG al bewerkte data is. Het grote voordeel van schieten in RAW is dat je deze nog naar eigen smaak kan bewerken. Als de foto onder- of juist overbelicht is, dan kan je dit bijvoorbeeld gemakkelijk corrigeren. Ook kan je de kleuren aanpassen, net als het contrast van de foto. Ik schiet daarom altijd al mijn foto’s in RAW, zodat ik de beelden altijd nog kan nabewerken.
Zet iets op de voor- of achtergrond
Als je een landschap gaat fotograferen, is het vaak mooi om een specifiek onderwerp op de voor- of achtergrond te plaatsen. Denk aan een dier of een mens. Zo creëer je diepte in de foto en dat maakt een foto naar mijn mening een stuk interessanter. Als je een mens of ander onderwerp for scale op de foto zet, zie je vaak pas hoe indrukwekkend het landschap eigenlijk is.


Bewerk je foto’s in Lightroom
Wil je jouw reisfotografie naar een volgend niveau tillen? Bewerk je foto’s dan! Door het goed bewerken van een foto kan je deze nog een stuk indrukwekkender maken. Zo kan je bepaalde objecten meer naar voren laten komen in een foto of je kan de kleuren van de foto net wat mooier maken. Zelf bewerk ik al mijn foto’s in Lightroom, een zeer gebruiksvriendelijke app waarin je binnen een paar minuten een foto al heel mooi kan bewerken. Zelf maak ik gebruik van de betaalde variant op desktop, zodat ik net wat meer opties heb. Dit kost ongeveer €10 per maand. Heb je dat er niet voor over? Dan kan je ook de gratis variant gebruiken. Daarnaast kan je jouw foto’s bewerken met Photoshop, maar zelf vind ik Lightroom fijner om mee te werken.
Schaf een drone aan
Hoewel je met een drone extra bagage meesleept en dit extra ruimte inneemt, is het wel een enorme toegevoegde waarde als je het mij vraagt. Dankzij een drone kan je fotograferen vanuit andere perspectieven en dat levert bijna altijd gave plaatjes op. Een lange tijd reisde ik met de DJI Mavic Pro 2, maar dit vond ik toch te zwaar en te groot. Ik liet hem daarom vaak op de hotelkamer en dat is toch behoorlijk zonde. Daarom heb ik inmiddels de DJI Mini 3 Pro en dat is een ideaal formaat. De drone is licht en klein, waardoor je het gemakkelijk overal mee naartoe neemt. Om nog betere foto’s te kunnen maken heb ik tevens de dronefotografie-opleiding van de Drone Flight Academy gevolgd. Tijdens deze 4-daagse opleiding leer je alles over fotograferen en filmen met een drone. Echt een aanrader als je het mij vraagt!
Over de opleiding: de cursus duurt 32 uur en deze kun je op meerdere plekken in Nederland volgen. Tijdens de opleiding staan verschillende thema’s centraal. Op iedere dag krijg je eerst een aantal uur theorie om dit vervolgens toe te passen in de praktijk. Zo oefen je ook meteen een aantal uur per dag met de drone, wel zo handig. Dankzij de opleiding ben ik comfortabel geworden met het vliegen en heb ik nieuwe trucjes en creatieve perspectieven geleerd.


Kijk op social media voor inspiratie
Weet je al welke plekken je ongeveer gaat bezoeken tijdens je vakantie? Dan kan je inspiratie opdoen via social media, bijvoorbeeld via Instagram. Zoek op de locaties waar je heengaat en bekijk de foto’s die hiertussen staan. Mooie foto’s gevonden? Sla deze dan op en je hebt een collage met foto’s die jij ook kunt maken tijdens jouw reis. Het fijne aan Instagram is dat je mappen kunt aanmaken, zodat je alle opgeslagen posts meteen kunt sorteren. Zelf heb ik voor ieder land een apart mapje vol met inspiratie, ook voor landen waar ik nog nooit ben geweest. Zodra ik mooie (foto)locaties zie, sla ik het op in het mapje van die bestemming. Ideaal!
Probeer verschillende invalshoeken
Je hebt misschien snel de neiging om recht van voren een bepaald onderwerp te fotograferen, maar probeer juist verschillende perspectieven uit. Ga bijvoorbeeld op de grond zitten of liggen, zodat je een object meer van onder fotografeert. Of ga juist een stuk meer opzij om een ander effect te creëren. Ook is het leuk om iets op de voorgrond te zetten, zodat je meer scherptediepte krijgt. Ik vind het bijvoorbeeld af en toe mooi om vanachter wat bladeren een foto te maken. Dit maakt het beeld wat speelser. Doe dit alleen niet te vaak, want te veel van dit soort perspectieven gaat vervelen.


Maak gebruik van de regel van derde
Een goede richtlijn is de regel van derde, waarbij je een onderwerp of object op een derde van je beeld plaatst en dus niet in het midden. Dit maakt de foto net wat interessanter. Om dit toe te passen, kan je op de meeste camera’s een raster aanzetten, zodat je tijdens het fotograferen al precies ziet waar je het onderwerp moet plaatsen.
Kies voor een systeemcamera
Niets is vervelender dan met een te zware tas reizen. Op vakantie wil je natuurlijk het liefst zo licht mogelijk reizen, dus je moet ook slimme keuzes maken in apparatuur. Tegenwoordig heb je echt geen grote spiegelreflexcamera nodig om mooie plaatjes te schieten, een systeemcamera doet tegenwoordig qua kwaliteit niet meer onder dan die van een spiegelreflex. Een systeemcamera is veel lichter en kleiner en zo hoef je niet met veel extra kilo’s te sjouwen. Bovendien zijn de mogelijkheden met een systeemcamera eindeloos, waarbij je alsnog van lenzen kunt wisselen en veel technische opties hebt. Alle foto’s in dit artikel zijn dan ook met een systeemcamera gemaakt.
Zelf reisde ik eerst met de Olympus PEN e-pl10, een ideaal instapmodel die zowel licht als klein is. Bovendien ziet de camera er prachtig uit. De PEN e-pl10 heeft meerdere standen, touchscreen, een uitklapbaar scherm, een goede beeldstabilisatie en een snelle autofocus. Bovendien kan je in 4K filmen. Tegenwoordig fotografeer ik alles met de Olympus OM-D E-M1 Mark III, wederom een hele fijne systeemcamera met tal van opties.


Bedenk welke lenzen je mee wilt nemen
Heb je allerlei lenzen en apparatuur thuis liggen en ga je op reis? Bedenk dan van tevoren welke lenzen je zoal nodig zult hebben, zodat je niet alles hoeft mee te zuilen. Ga je naar een bestemming als Zuid-Afrika toe? Dan wil je uiteraard een zoomlens bij je hebben, zodat je wildlife goed kunt fotograferen. Neem daarnaast een allround of een groothoeklens mee en je hebt verder niets meer nodig. Probeer je dus eerst in te leven in wat je zoal gaat fotograferen op je vakantiebestemming, zodat je de overbodige lenzen thuis kunt laten.
→ Lees ook: de ideale paklijst voor het backpacken.
→ En: tips voor het zo slim mogelijk inpakken van jouw backpack.
Vraag aan locals of je ze mag fotograferen
Op reis is het altijd te gek om de locals vast te leggen, zodat je echt een stukje van de cultuur meeneemt in je reisfotografie. Maak alleen nooit zomaar een foto van iemand, want niet iedereen kan dit waarderen. Wil je een portret maken? Vraag dan altijd aan diegene of hij of zij dit wel oké vindt. Jij wilt immers vast ook geen camera in je gezicht geduwd krijgen door een wildvreemd iemand. Als je een kind op de foto wilt zetten, vraag dit dan altijd aan een ouder of dit oké is. Wil je van een afstandje een foto maken? Dan is het vaak niet nodig om toestemming te vragen. Vaak verdwijnt dan ook de spontaniteit. Probeer aan te voelen wanneer het wel of niet gepast is.


Maak gebruik van een gorillapod
Een statief is ontzettend handig voor bepaalde foto’s, bijvoorbeeld als je een lange sluitertijd wilt gebruiken (o.a. bij het fotograferen van bewegende objecten of bij het fotograferen van het noorderlicht) of een selfie wilt maken. Een statief is echter vaak duur, groot en onhandig op reis. Veel compacter en lichter is een gorillapod. Deze kan je ook als statief gebruiken, maar je kunt de pod ook om palen en bruggen hangen. Ideaal, want zo kun je hem in een hoop situaties gebruiken.
→ Check ook mijn beste tips voor smartphone-fotografie.


Neem voldoende SD-kaarten en batterijen mee
Niets is zo vervelend dan op een hele mooie plek te zijn beland terwijl je SD-kaart vol is of je batterij leeg is. Neem daarom altijd voldoende SD-kaartjes en batterijen mee. Bovendien kan je niet op alle plekken jouw batterijen opladen, bijvoorbeeld als je een meerdaagse trekking gaat maken en je enkel in hutten of tenten slaapt. Daarnaast neem ik altijd een externe harde schijf mee, zodat ik mijn foto’s meteen op de harde schijf kan zetten en mijn computer niet snel vol raakt. Klinkt misschien wat saai, maar het is wel essentieel.
Heb jij nog vragen over bovenstaande tips voor reisfotografie? Laat het me vooral weten in een reactie hieronder! Of keer terug naar alle handige en leuke reistips die het reizen net wat leuker en/of makkelijker maken.
Wat zijn jouw beste tips voor reisfotografie?


FAQ over reisfotografie
Zelf maak ik voor mijn reisfotografie gebruik van een allround lens, de M.Zuiko Digital ED 12-100mm f/4.0. Ik heb bewust voor een allround lens gekozen, zodat ik niet nog andere lenzen mee hoef te nemen. Zo hoef je ook geen lenzen te verwisselen en met deze lens kom je altijd wel uit de voeten.
Goede reisfotografie heeft niet veel te maken met apparatuur, maar juist om degene die achter de camera staat. Als jij creatief genoeg bent, maakt de apparatuur weinig verschil. Een goede fotograaf weet te fotograferen op exact de juiste momenten, weet creatieve invalshoeken te vinden en weet diepte in een foto te creëren.
3 comments
Leuke en handige tips! Ik ben het alleen niet helemaal eens met het stukje over de systeem camera, want zoveel lichter zijn ze helemaal niet! Ik had zelf een spiegelreflex mee en mijn vriend een systeemcamera en qua gewicht scheelde het nog geen 100 gram terwijl de mijne wel wat beter presteerde. Maar goed, zo heeft ieder zijn voorkeur en ligt het ook weer verschillend per camera! Ik vind de spontane momenten altijd belangrijk inderdaad! Niet alleen die standaard kiekjes. Een statief heb ik ook mee voor leuke foto’s van ons twee of van foto’s in het donker / bij zonsondergang
Gebruik je nog steeds de Olympus? En is de pancake lens kit voldoende qua zoom (bvb zoals je vermeld voor reizen in Zuid-Afrika)
Jazeker, ik gebruik zelfs 2 camera’s van Olympus en ben er nog steeds heel blij mee. De kitlens is zeker niet voldoende voor een safarireis, want daarvoor heb je echt een speciale telelens nodig. Die kan je er nog bij kopen! 🙂